Mijn moeder was altijd ziek. En ik zorgde dan voor haar.
“Ik verkramp meteen als  kinderen ziek zijn, gewoon een griepje of zelfs bij een geschaafde knie”
. Mijn lijf gaat op slot en mijn oren gaan suizen. Je kan er de klok op gelijk zetten, als de vakantie in de buurt is, is het een ziekenboeg thuis en loop ik te zorgen en te regelen. Ik word er zelf ziek van, zoveel stress bezorgt mij dit. Ik voel me dan ook zo machteloos, net als vroeger. Mijn moeder was ook altijd ziek. En ik zorgde dan voor haar.”

Dit alles vertelt Els, die bij mij komt voor een opvoedopstelling. Haar adem zit hoog, ze friemelt met haar handen en kijkt alert de ruimte rond, haar ogen schieten alle kanten op alsof ze alles in de gaten houdt.

“Hoe kan ik ontspannen voor mijn kinderen zorgen?” , vraagt ze.

 

Een familiesysteem dat getekend is door ziekte en dood.

We gaan terug naar de relatie met haar eigen moeder, haar oma en grootmoeder. Deze relaties en levens werden getekend door ziekte en dood of doodsangst. Dit familiesysteem werd getroffen door kinderziekten, veel kinderen lieten het leven in tijd van oorlog en leed. Als Els dit vertelt zijn er tranen. We kijken er in een opstelling naar. Deze paniek manifesteert zich nog steeds in het systeem en komt naar boven als haar eigen kinderen een kou vatten of oorontsteking hebben.

 

De doorwerkende kracht van het verleden op het nu.

Els kreeg door een opstelling zicht op haar paniek die ontstaat bij ‘een ziek kind’. Het ging niet over haar kind, maar over haar, haar jeugd en het gebrek aan gezonde kinderen in vorige generaties. Over de paniek en machteloosheid van een moeder bij het verliezen van een kind door ziekte. Het wordt duidelijk dat generaties lang deze angst, ziekte en dood, een doorwerkende kracht uitoefent op het gezin van Els in het hier en nu. Het kan een lichaam helemaal op slot kan zetten en het gezonde helende vermogen ‘saboteren’.

 

“Maar nu stopt het,” zegt Els, “het hoort daar bij jullie, niet bij mij en bij mijn kinderen.”

En wat heb jij nodig? Vraag ik aan Els.

Grondankers, matjes op de grond, vertegenwoordigen de diverse familieleden uit de voorouderlijn. Ze staat er middenin, kijkt naar het matje van moeder  en zegt: “Ik wil dit niet meer, deze angsten en deze paniek over mijn gezondheid. Ik wil dat het stopt. Ik heb het allemaal voor jou gedaan, mama. Ik kon je niet redden.”  

Zo ontstaat bij Els inzicht, besef, rust, de pijn wordt letterlijk aangekeken en daar gelaten waar het hoort.
Inzicht in welzijn en leven.

Zo blijkt een ‘ziek systeem’ het normaal te vinden dit zieke deel door te geven met de angst en paniek die daar aan vast kleeft. “Maar nu stopt het,” zegt Els, “het hoort daar bij jullie, niet bij mij en bij mijn kinderen.”

Het loslaten van deze angsten en ziektebeelden valt niet mee. Uit liefde werd dit namelijk gedaan, gedragen en in stand gehouden, alsof het een deel van Els was geworden. Het aankijken van de waarheid, dat het zo was in tijd, maakt dat ze los komt en in haar eigen leven kan stappen en kan zien dat de stress in het hier en nu er niet hoeft te zijn. Haar kinderen gaan niet dood aan een oorontsteking en er is hier geen oorlog.

 

Het opstellingenwerk geeft inzicht in het leven en bevordert welzijn.

Een diepe zucht. “Het is alsof ik kilo’s lichter ben”, zegt Els. Het werd lichter, het voelde lichter en open, de zon scheen de ruimte in en maakte regenbogen op de muur.

En daarna, na de buiging voor het lot, het aannemen van de gezonde delen uit de voorouderlijnen, was er vermoeidheid, rustige tevreden moeheid van al die jaren ‘sjouwen’. “Nu kan eindelijk eens rustig slapen,” zegt ze tevreden.

Het opstellingenwerk geeft ‘inzicht in het leven en bevordert welzijn.

 

Ook een (opvoed)vraag? Kom hem gerust stellen en we kijken ernaar in een (opvoed)opstelling. Weet je welkom.

www.rachelnaron.nl

mail@rachelnaron.nl