1. Algemene informatie: Nervus vagus & oxytocine in een opstelling
De nervus vagus en oxytocine versterken elkaar tijdens individueel systemisch werk.met behulp van vloertegels.
De cliënt staat zelf, aan den lijve (!) – en daar gaat het in essentie om – geassocieerd in zijn eigen innerlijk beeld en beleeft deze zoals ervaren wordt. Het beeld legt de cliënt met behulp van vloertegels zelf, intuïtief, neer. Het gaat dan altijd om het beeld, in dit moment Hier en Nu en volledig vanuit de perceptie en beleving van de cliënt. Hoe ziet jouw innerlijk beeld van je huidige gezin en/of herkomst systeem er nu uit.
Nervus vagus:
De nervus vagus is een belangrijke hersenzenuw die ons parasympatische zenuwstelsel aanstuurt. Wanneer de ventrale tak van de nervus vagus actief is, voelen we ons veilig, verbonden en sociaal aanwezig (ventrale vagale staat). Deze toestand maakt het mogelijk om emoties te doorvoelen zonder overspoeld te raken, en om contact te houden met de begeleider en het eigen lichaam.
Oxytocine:
Oxytocine is een hormoon en neurotransmitter die vrijkomt bij warmte, zachtheid, verbinding en erkenning. Het bevordert vertrouwen, ontspanning en emotionele openheid.
Samenwerking in een opstelling:
In een veilige setting activeert de aanwezigheid en begeleiding van de opsteller de ventrale vagus, wat op zijn beurt oxytocine-afgifte bevordert. Oxytocine versterkt weer het gevoel van verbondenheid en vertrouwen, waardoor de ventrale vagus actief blijft. Dit wederkerige effect maakt dat de cliënt kan zakken in het proces, oude lading kan doorvoelen en nieuwe innerlijke beelden kan integreren — zonder dat het zenuwstelsel in fight, flight of freeze schiet.
Kort gezegd:
– Nervus vagus = fysiologische rust en veiligheid.
– Oxytocine = emotionele verbinding en vertrouwen.
– Samen vormen ze de biologische bedding waarin heling in een opstelling mogelijk is.
2. Script van een Oxytocine- en Nervus vagus vriendelijke begeleiding
Stap 1 – Opening en welkom
Doel: Ventrale vagus activeren, oxytocine stimuleren.
Begeleider zegt: ‘Welkom. Neem even de tijd om hier te landen… voel je voeten stevig op de grond en adem rustig in en uit.’
Acties:
– Zacht oogcontact.
– Rustig tempo, warme klankkleur.
– 2–3 rustige ademhalingen, uitademing langer dan inademing.
Stap 2 – Verhelderen van de vraag
Doel: Veiligheid en verbinding vergroten.
Begeleider zegt: ‘Vertel maar wat je hier vandaag brengt. Ik luister.’
Acties:
– Herhaal eventueel kernwoorden maar probeer niets te begrijpen- je echte aanwezigheid is je kracht waardoor de client zich meer kan openen om naar de kern van een vraagstuk te gaan, naar dat wat echt raakt, er komen emoties.
– Erken emoties zonder verder iets te willen.
Stap 3 – Het veld opbouwen
Doel: Cliënt volgt wat/wie als eerste verschijnt.
Begeleider zegt: ‘Voel maar met welke persoon of tegel we beginnen — wie of wat als eerste verschijnt — en wie, gevoelsmatig/intuïtief, daarna volgt.’
Er is geen goed of fout, het gaat om wat en hoe het nu is voor jou Hier, Nu.
Toelichting:
– Niet per se cliënt zelf eerst.
– Cliënt kan vaak juist geen plek vinden.
– Heeft soms vooral en eerst aandacht voor anderen
– Vergeet soms een tegel voor zichzelf neer te leggen of blijft rondlopen om een plek te vinden.
-Blijft soms achter zijn tegel staan en stapt niet op zijn plek.
Allemaal al aanwijzingen/diagnose in het eerste moment: Wat is mijn plek, hoor ik erbij, word ik gezien, word ik geliefd, en wie draagt welke rugzak. (De 5 dynamieken!)
Stap 4 – Wanneer emoties loskomen
Doel: Emoties veilig laten doorstromen.
Begeleider zegt:
‘Ja… ik zie dat dit veel doet. Laat het er maar zijn. Je hoeft niets op te lossen, alleen te voelen.’
‘Emoties willen alleen worden afgevoeld. Daarna lossen ze vanzelf op – lading wordt minder.’
‘Het is goed dat deze emoties er nu zijn — misschien wel eindelijk.
Belangrijke aanwijzing:
– Vermijd fysieke troost (omarmen, zakdoek).
– Geef vertrouwen dat cliënt dit zelf kan afvoelen.
– Houd stem en adem rustig. Adem eventueel mee en wat hardop om de beweging als het ware ‘voor te gaan’.
Stap 5 – Nieuwe bewegingen
Doel: Innerlijk beeld laten verschuiven met als gevolg een andere lichaams-sensatie.
Begeleider zegt bijvoorbeeld: ‘Kijk eens naar waar iedereen nu staat… wat merk je?’
‘Zeg maar hardop of van binnen: ‘Ik hoor erbij.’
Stap 6 – Integratie
Doel: Nieuwe ervaring laten zakken.
Begeleider zegt: ‘Sluit even je ogen. Adem rustig in en uit. Voel maar wat er nu veranderd is.’
Acties:
– Hand op hart/buik.
– Stilte voor eigen adem volgen.
Stap 7 – Afronding
Doel: Proces afronden in verbinding.
Begeleider zegt: ‘Dank je wel voor je moed en openheid vandaag. Je hebt een belangrijke beweging gemaakt.’
Acties:
– Kort oogcontact.
– Rust bewaren voor vertrek.
3. Kort overzicht van de stappen
- Opening & welkom – Voeten voelen, rustig ademen, zachte stem.
- Verhelderen van de vraag – Luisteren, herhalen, erkennen.
- Het veld opbouwen – Begin met wat als eerste verschijnt, niet altijd cliënt zelf.
- Emoties doorvoelen – Volledig laten voelen, niet overnemen, ventrale vagus actief houden.
- Nieuwe beweging – Innerlijke ordening en verbinding herstellen.
- Integratie – Hand op hart/buik, adem volgen, stilte.
- Afronding – Erkenning geven, rust bewaren bij vertrek.