Adoptiekinderen en adoptieouders
Wat een mooie uitzending van de KRO over adoptie!
(22 januari 2019 NPO1)
De geadopteerde dochter
Voor de geadopteerde dochter, van nu 23 jaar, heeft de adoptie altijd voor een aantal fundamentele vragen gezorgd waaronder: Waar hoor ik bij? In wie kan ik een gelijkenis zien? Wie zie ik in de spiegel?
De geadopteerde dochter draagt altijd wat kleine bezittingen bij zich, want ‘ je kan zomaar ineens ergens anders heen moeten’. Ze heeft een aantal patronen ontwikkeld die voor zekerheid en veiligheid zorgen. Maar hoe ouder ze wordt, hoe meer ze voelt dat dit overlevingsstrategieën zijn en haar heftige gevoelens niet oplossen.
Als gevolg van een adoptie blijven levensvragen over bestaansrecht altijd een rol spelen totdat hierin iets is aangekeken, gevoeld en daardoor opgelost.
Het gaat daarbij om fundamentele vragen als: ‘Doe ik er wel toe in het leven?’ en ‘Klop ik wel?’.
De adoptiemoeder
De adoptiemoeder heeft altijd het gevoel gehad dat ze niets voor het fundamentele bestaansrecht van haar adoptiedochter kon doen. Ze had het gevoel ‘ergens buiten te staan’. ‘Ik ben niet haar echte moeder’. Het geven van emotionele veiligheid was een bodemloze put die maar niet gevuld kon worden. Haar rol en taak als adoptiemoeder leek zijn grenzen te hebben. Dit gaf een gevoel van machteloosheid.
Het ontdekken van de ‘roots’.
Door samen het land en de plaatsen te bezoeken waar de geboorte en de adoptie hadden plaatsgevonden losten veel zaken zich op. Vragen werden beantwoord en emoties werden gevoeld en mochten er zijn. Prachtig om te zien in deze documentaire!
De verhouding tussen moeder en dochter kreeg een geheel nieuwe vorm.
Het preventief werken met de adoptie ouder heeft een direct effect op het geadopteerde kind.
Nu is het ook mogelijk om, via onze speciale methodiek van een opvoedopstelling, en zonder te hoeven reizen, al preventief en helend met dit soort vraagstukken te werken. We kunnen dat in een individuele sessie doen. In een vroeg stadium kan er met de adoptiemoeder gewerkt worden aan haar gevoel ‘er buiten te staan’ en aan het feit dat ze zich ‘overvraagd’ voelde. We kijken dan op een diepere systemische familie- laag naar de onderliggende verhoudingen.
Bijvoorbeeld naar: Wat is de geëigende plek van de adoptieouders en wat is de geëigende plek van de biologische ouders?
Daarbij kijken we ook naar de dynamiek van ‘geven en ontvangen’. Wat moet daarin gezegd worden? Binnen de methodiek van de opvoedopstelling maken we gebruik van zg. ‘helende zinnen’.
In deze situatie kunnen we onderzoeken wat er gebeurt als de adoptie ouders zeggen: “Dankjewel voor dit prachtige kind en dat wij voor haar mogen zorgen.”
Vanuit de biologische ouders zou er gezegd kunnen worden: “Dankjewel dat jullie haar een veilige haven willen geven en willen opvoeden.” Als dit uitgesproken wordt op de diepere zielslaag dan ontstaat er een balans en komt er rust.
Het preventief werken met de adoptieouder heeft direct een effect voor het geadopteerde kind. Mocht er later bij het adoptiekind een vraag komen om hulp, dan kan daarmee gewerkt worden.
Veel dingen kunnen zo al op zijn plek vallen, wanneer een fysiek bezoek aan het land of een ontmoeting met de biologische ouders (nog) niet mogelijk is.
Geschreven door Marianne Langemeijer www.kwaliteitsopvoeding.nl